Fien is genezen en heeft dan ook dringend wat extra frisse buitenlucht nodig en eerlijk gezegd kunnen we ook een paar scheppen gebruiken.
Met zijn allen naar het strand een keer goed lopen en vliegen en crossen en vlammen en rollen en draaien en als het maar goed uitleven is.
Tijs zag de zee en was er onmiddellijk ongeloofelijk vol van, zolang de golven maar niet te dicht kwamen (en te dicht, dat is minder dan vijf meter). Fien daarentegen was al even vol van de zee maar zag een wandeling Engelandwaarts wel perfect zitten. Maar het was vooral genieten.
Ik vraag me eigenlijk af waarom we dat niet vaker doen.
En om twee van de zeven werken van barmhartigheid – de eerste twee – in daden om te zetten, zijn we dan nog even gestopt in het Strandcafé. Tijs en Fien een croque uit het vuistje en wij een bordje met een broodje ham en kaas en bijbehorende groentjes (of “smos” zoals men ook wel eens pleegt te zeggen). Alhoewel die twee het duidelijk liever andersom gezien hadden.