Vandaag was de eerste dag van The 17th Chikura/Minamiboso Flower March. Allereerst een mooie pedometer gekregen van de voorzitter van de Japan Walking Association. Wel handig zo een stappenteller. Op die manier weten we bij benadering toch hoeveel KM er al werd afgelegd en bijgevolg ook nog hoeveel er nog af te leggen valt. Enige nadeel hier was dat het toestel – wat een verrassing – van Japanse makelij is, duidelijk bestemd is voor de Japanse markt en de handleiding van de Yasama PW-900 volledig in het Japans is. Nu is mijn Japans als iets uitgebreider dan bij twee dagen geleden (al vier woorden in plaats van twee) maar dit laat me nog niet toe het toestel in te stellen met onder andere de gemiddelde paslengte. Maar met de nodige assistentie was dit ook al opgelost, alhoewel ze vol ongeloof waren dat mijn passen niet veel meer waren dan 70cm. Ik had er zelf geen enkel gedacht van hoe groot mijn passen wel zijn. Halverwege heb ik mits de al gewandelde afstand en het aantal stappen toch kunnen afleiden dat mijn gemiddelde stap 78cm is.
De start zelf. Dit was een ceremonie apart. Heel gedisciplineerd en vol interesse – het kan ook schijn lijken – hebben alle wandelaars notie genomen van de speeches van de burgemeester, de voorzitter van de wandelclub, de marsmeester, de nog-iemand-maar-vraag-me-niet-wie-het-was – toch een volk van toespraken; samen eens goed geroepen (een vorm van strijdkreet scanderen) en tenslotte met behulp van een demonstratrice de nodige opwarmingsoefening uitgevoerd (hoofdzakelijk stretch oefeningen) en iedereen die meedoet. Dit moeten we hier ook eens proberen in te voeren, maar dan vrees ik meer mensen langs de zijkant te hebben die de weinige particpanten als een soort circusact bekijken dan een groot aantal die er echt voor gaat.
Na een stevig half uur met volle moed de twintig kilometer ingezet en dit onder begeleiding van een schools groepje muzikanten – ik kan het waarlijk met de beste wil van de wereld geen fanfare noemen, een groot aantal competitieve wandelaars en een nog grotere groep joelende, chaotische en vooral puberende schoolkinderen maar vooral en gelukkig onder begeleiding van onze jonge vrouwelijke begeleidster – Akikoo – die mij toch vooral het een en het ander duidelijk kon maken over het hoe en wat er allemaal langs het traject te zien was. Bijzonder leuk en eigenlijk nooit echt vervelend waren de schoolkinderen die toch, tussen al het gegiechel door, erin slaagden hun paar woordjes Engels – “How are you?” en “The weather is fine.” – te oefenen. Vrij vroeg in het begin een demonstratie gekregen van wat mij toch een oerjapanse kunst blijkt: twee kleine stukjes origami die ons zouden beschermen en geluk brengen tijdens het wandelen (en ik heb er inderdaad geen blaren aan overgehouden). Ook alle belletjes die een groot deel van de wandelaars zichzelf aangebonden had, hadden de bedoeling zich onderweg te beschermen en geluk te brengen, wat wel in het begin – toen we nog in grote groep aan het wandelen waren – voor een ietwat eigenaardige sfeer zorgde.
Een stevig acht kilometer verder liet onze gidse het afweten – ook niet echt gewoon zich ongemotoriseerd in de buitenlucht te begeven – en was het bijna lunchtijd. Onze reputatie zat er waarschijnlijk wel voor iets tussen dat wij van de organisatie een lunchpakket kregen met wat klaargemaakte boterhammen en een blik van een halve liter met lokaal gerstenat. Buiten dat leken bijna alle deelnemers op de lunch plaats vooral thee te drinken (aan iedere controle plaats vonden we dan ook een paar tafels daarop gigantische theepotten met een flauwe lauwe thee, maar daarom zeker niet minder lekker en best welkom.
Een paar kilometer gestapt en daar kwamen we in een vrij on-Japanse omgeving: Shakespeare park met typische Shakespeariaanse cottages, Japaners in dito klederdracht maar opnieuw gigantische potten thee (Japanse groene thee, zo adaptief waren ze blijkbaar ook weer niet). Shakespear park is de start van Rosemary park en wat in het begin een paar struikjes rozemarijn leek, bleek een laan van enkele kilometers te zijn met niets anders dan rozemarijn. Een zalige ervaring voor de neusvleugels en toch ook relatief mooi vegetatiegewijs.
Zoals het er naar uitzag, zouden we zonder probleem om drie uur terug op de vertrekplaats zijn, zoals ook afgesproken was met de organisatie. De bedankinsceremonie ging van start om drie uur en daar moesten we natuurlijk zijn. Nu was het exact drie uur toen we toekwamen en blijkbaar was er al een beetje paniek dat we iets onderweg hadden tegenkomen. Direct meegesleurd naar een zaaltje waar we met een half woord uitleg in een ceremonieel samurai pak gehesen werden (met de obligatoire veel te kleine sloeftjes) en dan hup hup naar het podium waar de obligatoire speeches (ik had er nog maar twee gemist) al volop bezig waren. Er zat nog wat volk in een gelijkaardig pak op het podium, maar de inflexibiliteit van het hoofddeksel en het feit dat een klapje doen ter kennismaken tijdens het speechen niet echt gepast is, weerhielden mij van uit te vissen wie. Na de speeches toch duidelijk dat het de Belgische ambassadeur was met drie vrouwelijke collega’s. Waarschijnlijk ook de eerste keer dat ze in Chikura vrouwen zagen in een traditioneel mannenkostuum en dan vooral in een wereld waar ‘de scheiding der machten’ nog altijd zeer actueel is. Maar het was leuk en eigenaardig om eens Nederlands (en ook een beetje West-Vlaams gezien de ambassadeur een Ieperling is) te kunnen spreken tussen het verkavelings Engels en eens vanuit een voor ons lokaal standpunt te horen wat wel echt en niet kan binnen de Japanse grenzen van welvoeglijkheid.
Nu hebben we niet de profundis kunnen een babbeltje doen want na een klein kwartier werden we meegesleurd naar een thee ritueel. Ook wel eens de moeite om mee te maken. Eerst wat gebabbel, waar ik niet al te veel van begrepen heb, gevolgd door het aangreikt krijgen van een kommetje groene brij – het deed me eerder denken aan een soort spinaziesoep in plaats van thee – en een wit bolletje. Het was duidelijk de bedoeling dat witte bolletje met een rode vulling eerst op te eten en flink te knabbelen. Het bolletje was ongeloofelijk zoet en dat was nodig want de thee zelf was zo bitter dat zonder het zoete voorrondje dit waarschijnlijk niet houdbaar was geweest. Maar wel, euhm, lekker ofzo.
En dan, na de ceremonies en speeches en ontmoetingen een hapje eten in een oerklassiek Japans Frans restaurant. Vooral semi Franse keuken maar dan in kleine porties gepresenteerd. Maar wat ook duidelijk werd is dat het consumeren van wijn niet onmiddellijk tot hun sterke punten behoort (de fles was leeg na twee ‘uitschenkbeurten’). En op het restaurant hebben we nog even kunnen meegenieten van de traditie van “the golden girl” wat alles onmiddellijk goed maakte).