Vanavond vertrokken vanuit Brugge (om voor de verandering toch eens vóór zeven uur thuis te zijn) en op de voorruit van de wagen zat er een joekel van een sprinkhaan. Dat beest zat precies naar mij te lachen en had zich al schrap gezet toen ik vertrok.
De eerste twee à drie kilometer had het beest geen enkel probleem met de snelheid die, alle regels binnen de Brugse vesten in acht nemende, niet boven de dertig ging. Het beest kon zich zelfs volledig draaien zodat het een keer met de kop in de wind en de volgende keer met de kop uit wind zat.
Zeventig per uur was evenmin een probleem, alhoewel er al een pootje gelost werd. Dit laatste kon ook wel zo zijn dat het beest mij aan het tarten was en me duidelijk wou maken dat het ook wel lukte met vijf poten.
En dan de Expressweg. Daar heb ik me heel even buiten het toegelaten begeven en gekeken wat er zou gebeuren bij een stevige honderveertig. Het was al iets moeilijker, de pootjes gingen af en toe al eens omhoog, het relatief grote lichaam trilde aan een zeer hoge frequentie; maar toch bleef de plakker netjes zitten.
Het laatste stuk, van de Blauwe Toren tot in Blankenberge geraakt een mens met moeite boven de zeventig, leek wel een uitstapje en liep het beest een keer links, een keer rechts, iets omhoog en ook iets omlaag.
Eenmaal op de oprit bleef hij mooi zitten op het venster totdat ik uitgestapt ben, Dan kwam mij nog een laatste groet brengen bovenop het dak van de wagen. Ik heb hem dan ook vriendelijk uitgenodigd de weg terug morgenochtend opnieuw post te vatten.
En nee… ik heb perfect aan de verlijding kunnen weerstaan de ruitenwissers van stand nul te halen.