Deze morgen in het anders vrij goeie radioprogramma Voor de Dag iemand (Patrick Herbots) horen zeveren over de vergunningsplicht van bedelaars.
Bij de start van het interview was ik nog steeds niet zeker of het hier al dan niet een parodie, een aanklacht tegen gezond verstand of een complete misplaatste uiting van zelfernst was, maar hoe verder het interview vorderde, hoe duidelijker het werd dat de man zichzelf echt serieus nam, de interviewer (geen idee wie dat was) geen poging deed om het volledig van de pot gerukte voorstel te minimaliseren of niet te serieus te nemen.
Vooral het feit dat bedelaars voortaan enkel nog kunnen getolereerd worden als ze voorzien van de nodige sticker die duidelijk aantoont dat ze een geaccepteerde bedelaar zijn. Welke vorm/kleur de sticker precies zal hebben, is nog niet geweten maar historisch kunnen er misschien een paar suggesties gedaan worden.
Ook moet er dringend werk gemaakt worden van de oplichters onder de bedelaars. Er zijn, volgens onze Patrick, immers bedelaars die hoesten en niet eigenlijk echt hoesten. Op die manier verzieken ze blijkbaar het vak. Deze oplichters moeten gerechterlijk vervolgd worden om de stiel terug te zuiveren.
Nog fantastisch in het interview was dat ook het bedelen an sich, blijkbaar wel een aanvaardbare solciale bezigheid, ook moet beperkt worden in tijd en ruimte.
“De bedelaar mag zich niet langer vertonen op grote publieke plaatsen. Het gaat toch niet op dat een normaal mens op bijvoorbeeld de grote markt terwijl hij rustig een koffie zit te nuttigen zomaar gestoord wordt of aan de arm wordt getrokken door een bedelaar. Hij mag gerust met zijn potje aan de ingang van de metro staan of zelfs op het perron.”
Bedankt Patrick. Op deze manier heb ik het gevoel dat onze samenleving er een stuk beter op zal worden.