Zonet samen met Fien naar de laatste 15 schansspringers gekeken.

Ik vol sentiment. Dit was ongeveer het moment waar ik als kind (zo rond de 10 jaar) wakker werd en het een vast gegeven was om naar het schansspringen te kijken, dan nog op Brussel Vlaams.
Zij met de mond open. Nog nooit gezien dat iemand zo hoog en lang en ver en met planken aan de voeten kon vliegen en zeker toen ik haar vertelde hoe ver 125 meter wel is – “van waar jij nu zit tot over dat huis van onze buur zijn buur” – was ze het wel zeker:
Fien: “Dat durf ik niet hoor”.
Papa: “Ik ook niet. Dat is veel te hoog.”
Fien: “Maar jij bent toch een jongen. Jij kan dat toch.”

Vader, echtgenoot, vriend, buur, collega en kennis.
Geen specifieke volgorde, geen enumeratie, "en" keuze lijst.
Voor de rest veel interesse en veel te weinig tijd.

Leave a comment